De fietsrevolutie

Amsterdam, 18-10-2107

De Misantroop kwelt zichzelf graag door in de zomer in zijn eentje tochten te fietsen naar verre landen. Dan heeft hij eindelijk de tijd zijn kwaadaardige gedachtes over lelijke gebouwen, slecht geschreven boeken, leugenaars, ijdeltuiten en verkeerde meningen te verwerken. De Misantroop heeft weinig behoeftes, maar bezinning is daar een van. Dit jaar werden de Alpen bedwongen. Hij worstelde zich langzaam omhoog, de dag vervloekend dat hij besloot dit achtelijke idee uit te voeren. De berg schiep er het sardonische genoegen in op 2100 meter een meter of vierhonderd te dalen, waarna er tot 2500 meter geklommen kon worden, een mooie metafoor voor het leven, bedacht de Misantroop.

Ondanks het gevloek, gescheld en de moeite die hij zich getroosde, genoot de Misantroop met volle teugen van de frisse lucht, de uitdaging, de bergtoppen, waaruit berusting sprak. Dit gevoel werd zoals gewoonlijk verstoord. Het schijnt namelijk een hobby te zijn van de ietwat dommige, zinloze en onnozele heren op gemotoriseerde tweewielers, om rustige landschappen met veel lawaai, snelheid en uitlaatgas te vernietigen. Nu is het al sinds mensenheugenis bekend dat de aarde er een stuk fraaier zou uitzien als we deze mensen in een kamp opsluiten waar ze zichzelf kunnen ‘vermaken’ met motorvoertuigen en voetbal. Jammer genoeg schijnt dit dan weer in strijd te zijn met fundamentele rechten, maar waarom dat soort types daarop aanspraak kunnen maken is de ogen van de Misantroop volslagen idioot.

Naast de tweewielers, die de bocht snijden als waren ze op een circuit en niet op een openbare weg waar fietsers, voetgangers, bussen en auto’s zich langs bewegen, viel de Misantroop een nieuwe loot aan de stam van het malloten ras op. Dit ras bestond uit heren, de zestien reeds lang gepasseerd, die met een gehuurde dure sportauto zichzelf maar toch vooral andere weggebruikers in gevaar brachten. Dat is aardig, dacht de Misantroop, wees welkom, het is nog lang niet debiel en gevaarlijk genoeg, rijd mij en anderen graag te pletter terwijl ik hier duizend doden aan het sterven ben op deze berg.

Gelukkig keerde de Misantroop terug in de stad waar de fiets de baas is, zo dacht hij. Echter viel hem op dat fietsers in de stad ook al het hoofd buigen voor de dictatuur van het asocialisme. De fiets, wonder van doelmatigheid en degelijkheid, heeft samen met de voetganger zijn bescheiden plek opgeëist in het verkeer. De stoeprand is zijn bescherming tegen het gevaarlijke zware gemotoriseerde verkeer. Echter wordt dit natuurrecht geschonden door van die gemotoriseerde tuigscooters. En alsof ze fietsers al niet genoeg aan gevaar blootstellen, hebben ze ook nog luid toeterend noten op hun zang. Je moet als fietsers, op het fietspad, aan de kant omdat ze op scooters sneller willen rijden, op het fietspad. Zo weten ze zeker dat ze het kind op de fiets, op het fietspad, zo hard mogelijk dood rijden met hun scooter.

Gezapig als de burgers van dit prachtland zijn, klagen ze steen en been maar buigen ze als knipmessen als ze geconfronteerd worden met de situatie. Ze verwachten dat de overheid wel redding zal bieden. Wat ze vergeten is dat de overheid het al druk genoeg heeft zijn incompetente beleid op andere vlakken te handhaven. Bovendien kunnen de fietsers makkelijk zelf deze luidruchtige minderheid van het fietspad wegpesten. De Misantroop neemt het heft in eigen hand, en moedigt anderen aan hetzelfde te doen. Als zo’n domme aap al toeterend subordinatie probeert af te dwingen, blijft hij fietsen waar hij fietst, en belt vrolijk terug. Met gemotoriseerde voertuigen hoeft de fietser op het fietspad geen rekening te houden. Fietsers aller steden verenigt U. Leve de revolutie.

“Het enige dat nodig is om het kwaad te laten zegevieren, is dat goede mensen niets doen”

 Edmund Burk

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *