Amsterdam, 30-12-2017
Elke ochtend, veel te vroeg, wordt de ochtend wreed verstoord door een verwijtende sirene van de wekker, de avond ervoor achteloos ingesteld op het betreffende uur. De frustratie wegslaan, de wekker kapot maken, het helpt niet, immers het mechanisme dat men ’s ochtends vroeg dient op te staan blijft toch wel in stand. Zo is het niet anders met Gloria Wekker. Ze is de Alfred Rosenberg van de ‘alles is racisme’ beweging. Harde wetenschap, objectiviteit, het laat haar koud. Het van horen zeggen, het persoonlijke verhaal is de kapstok waaraan haar ‘wetenschappelijke’ verhaal wordt opgehangen. In huize Wekker wordt een haakje van de kapstok gebruikt om de wasmachine op te hangen, stevig genoeg volgens haar. Wekker is een kruidenvrouwtje, ze wil het racisme uitbannen met voodookracht en het bewustzijn. En zoals dat gaat in Nederland, land waar de homeopathische geneeswijze op een voetstuk staat, wordt de pseudowetenschap gelauwerd met een prijs; de Joke Smitprijs. Prijzen worden in Nederland niet zelden uitgereikt aan nulliteiten en middelmatigheden, een traditie die door Gloria Wekker in stand wordt gehouden.
Cultureel archief
In White innocence, een in het Engels geschreven boek over Nederland, beweert Wekker dat alle mensen in Nederland over een cultureel archief beschikken. Dit culturele archief is beschreven door 400 jaar imperialisme, en resulteert in de onbewuste opvatting dat witte mensen superieur zijn. Hieruit volgt dat zwarte mensen worden achtergesteld.
Het eerste probleem hiermee is dat er ook landen zijn geweest die weinig of geen imperium hebben opgebouwd. Rusland, Polen, Hongarije en Duitsland, landen waar de witte medemens werd uitgebuit middels lijfeigendom ed. Wil Wekker beweren dat in deze landen het idee van witte superioriteit, en daarmee racisme, niet bestaat? Wellicht is het dan een idee Wekker een leerstoel genderstudies op de universiteit van Charkov aan te bieden. In Oekraïne zijn voor witten en zwarten gelijke kansen volgens Wekker. Hier geen koetsen met zwarte gekoloniseerden, geen zwarte piet.
Het tweede probleem is het archief dat in hoofden zou zitten. Het idee van een archief is dat er elke dag telkens nieuwe beter opgeslagen documenten bij komen. Aangenomen wordt dat het culturele archief bestaat, hoewel bewijs hiervoor vrijwel niet voorhanden is. Is dit archief dan niet veranderlijk? Een voorbeeld is bijvoorbeeld antisemitisme in Europa dat wellicht al tweeduizend jaar oud is. Nu liggen de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog natuurlijk keurig in lijn met dit antisemitische culturele archief. Maar daarna is er toch wel duidelijk een omslag geweest, het archief is herschreven. Of wil Wekker beweren dat Duitsers en Nederlanders nog altijd onbewust denken dat Joden het bankwezen beheersen, de pest hebben verspreid en daarom beter niet meer in Europa kunnen wonen. Of wat te denken van het culturele archief dat geweld door de millennia heen heeft opgebouwd. Voor het geringste meningsverschil hebben de mensen elkaar in de gehele geschiedenis de kop ingeslagen. De krijgskunst is op een voetstuk geplaatst, gewelddadige films zijn eerder regel dan uitzondering, de meest wrede doodstraffen zijn aan vermeende misdadigers opgelegd. In het buitenland worden op feestdagen nog gezellig militaire parades gehouden. Desalniettemin slagen mensen er tegenwoordig in redelijk vredig naast elkaar te kunnen leven.
Bijna iedere dag staat in de krant een verhaal over racisme, van kinds af aan wordt geleerd dat racisme verkeerd is, op scholen en door ouders. Overheidscampagnes, musea, antidiscriminatiebureaus. Maar volgens Wekker prenten Zwarte Piet en een Gouden Koets alle Nederlanders in dat witte mensen superieur zijn.
Het ultieme bewijs
En het bewijs voor dit culturele archief? Wekker geeft een paar voorbeelden in White innocence, vernomen van de achterneef van een vriend van de buurman vier hoog achter. Een wit kind van een zwarte moeder heeft zich pijn gedaan, een andere witte mevrouw is eerder ter plaatse om het kind te troosten. Deze witte mevrouw neemt aan dat de zwarte mevrouw de nanny is. In dit geval lijkt de verwarring zich te concentreren op het feit dat het kind wit is en de moeder zwart. Dit is nu eenmaal een weinig voorkomende situatie, aangezien zwarte huidskleur doorgaans dominant is als het om genen gaat. Het is niet helemaal onlogisch dat de wenkbrauwen worden gefronst bij het zien van een dergelijk combinatie. Daarnaast kan worden afgevraagd of de te hulp schietende witte vrouw wel helemaal goed bij haar hoofd is. Als ze al zou aannemen dat de zwarte mevrouw de nanny is, dan heeft de donkere vrouw een veel betere band met het kind dan een willekeurige voorbijganger. Wie is de vrouw dan om dat kind op te eisen en te weigeren aan de nanny af te staan en er op staat dat de moeder alleen het kind mag aanraken. Vermoedelijk was de witte mevrouw een ongewild kindloze vrouw of een onverlaat verslingerd aan opiaten. Maar voor Wekker is het zonneklaar, deze ene mevrouw toont gedrag dat elke Nederlander geneigd is te vertonen.
Dan is Wekker nog een keer in de cel beland. Ze had geen kaartje voor de metro en werd gecontroleerd. Toen ze een boete kreeg ging het haar niet snel genoeg en gaf ze een grote mond. Ze noemde de ambtenaren in functie fascisten en verzette zich fysiek waarna ze is de cel belandde. Een nare ervaring, maar opnieuw wat toont het aan? De Misantroop kent een zekere Rens van B, een ietwat bleke student sociale studies. Zonder dat hij wat gedaan had kreeg hij een gebiedsverbod opgelegd. Toen hij zich drie minuten te laat uit het gebied had verwijderd nam de politie hem mee en gooide hem de cel in. Een foutieve overtreding werd hem in de schoenen geschoven. Heel vervelend voor hem dat het die dag volle maan was, dan wordt het culturele archief natuurlijk zwakker.
Het is het mankement van het hele racismedebat; de anekdote die tot wetenschappelijke waarheid wordt gebombardeerd. De aangehaalde anekdote over Rens van B., wie zegt dat deze waar is. Welke feiten en relevante omstandigheden zijn weggelaten, zelfs de auteur kan dat niet weten. Door deze persoonlijke betrekking wordt de discussie vals. Dergelijke voorbeelden kritisch bevragen, vanuit een ander perspectief, wordt bestempeld alsof er niet geluisterd wordt, wat dan weer een bevestiging is voor mensen dat ze worden gemarginaliseerd. En als alle bewijs anekdotisch is, wordt al dat bewijs net zo kritisch bekeken als bijvoorbeeld wetenschappelijk bewijs. De gebeurtenis an sich wordt niet zozeer in twijfel getrokken (hoewel er alle reden voor is), maar de manier waarop er naar gekeken wordt. Een mens ziet nu eenmaal wat hij wil zien. Tunnelvisie is maar al te menselijk, wat dat betreft kan Wekker zich in een mooi rijtje scharen. Wie, zoals de Misantroop, de dagboeken van Goebbels leest zal opvallen dat de minister in alles, maar dan ook echt in alles wat in de wereld gebeurt, het werk van kwaadwillige Joden ziet. Voor dit joodse complot is een flinterdunne bewijslast nodig. Drie Joden in het bestuur van de communistische partij? Communisme is een joodse samenzwering. Een succesvolle joodse bank? De Joden beheersen alle financiën ter wereld. De VS verklaren de oorlog? Roosevelt is een marionet van de Joden.
Wekkers suggereert een deterministische cultuur waaraan het individu zich niet aan kan onttrekken. Een maatschappij die door daden van mensen die dood zijn nog altijd wordt beïnvloed. Alles wat een individu in zijn handelen en denkbeelden uniek maakt, het doet er niet toe voor Wekker. Het moet worden heropgevoed, de les gelezen over wat zijn voorouders allemaal verkeerd hebben gedaan, want het is vergiftigd. Dat dit doet denken aan totalitarisme avant la lettre zal wel toeval zijn.
VN interview
Naar aanleiding van het uitbrengen van haar boek gaf Wekker nog een interview aan VN op 8 juni 2016. Op een aantal antwoorden heeft de Misantroop commentaar.
GW: ‘Maar ik wil niet zeggen dat het beeld helemaal gedraaid is, hè? We hebben het er nu over, maar je houdt diehards die blijven beweren dat de antiracisten het slachtoffer uithangen en alles zwaar overdrijven.’
VN: ‘Volgens een peiling van Maurice de Hond vindt bijna twee op de drie Nederlanders het prima dat de politie mensen controleert op basis van hun uiterlijk.’
GW: ‘En maar volhouden dat racisme niet bestaat. Ja, het zelffeliciterende beeld gaat niet zomaar weg. Wie iets wil veranderen, moet er hard voor vechten en zich niet voortdurend in de rol van slachtoffer laten drukken. Ik zie niet in waarom ik een slachtoffer zou zijn als ik een situatie analytisch blootleg. Ik voel me totaal geen slachtoffer.’
Fijn een opiniepeiling, met harde cijfers. Maar wie heeft volgens Wekker beweerd dat racisme niet bestaat? Is daar toevallig dan ook een opiniepeiling van. Volgens Wekker zijn er ‘die hards’ die vinden dat antiracisten alles overdrijven. Maar als iets wordt overdreven, dan wordt daarmee toch in ieder geval het bestaan erkend? En wat zegt de uitslag van de enquête eigenlijk. Twee derde vind het prima dat er op uiterlijk wordt gecontroleerd, niet op huidskleur. Uiterlijk kan van alles betekenen, zoals hoe oud iemand eruit ziet, of wat iemand draagt. Het is niet heel gek dat de politie dat soort zaken meeneemt in de beoordeling van situaties. Maar het is twijfelachtig of twee derde vind dat het geheel daaraan moet worden overgelaten. Overigens is ondanks alle media aandacht nog altijd niet bewezen dat etnisch profileren bestaat.
VN: ‘Telegraaf-columnist Nausicaa Marbe vroeg zich af wat dat betekent: dat de Nederlandse overheid racistisch is en zich nog steeds gedraagt als bezetter?’
GW: ‘Het punt is: ons cultureel archief, alles wat over onze nationale identiteit tussen onze oren zit, is tot stand gekomen op grond van een koloniaal rijk dat vierhonderd jaar heeft bestaan en waarin ras de beslissende factor was. De Palestijns-Amerikaanse literatuurwetenschapper Edward Said heeft gezegd: “Imperialisme is de beslissende culturele horizon van West-Europa” – en je hoeft maar om je heen te kijken in Nederland en je ziet dat.’
Ten eerste is er het verschil tussen kolonialisme en imperialisme. Imperialisme heeft plaatsgevonden van 1600 tot pakweg 1800. Dit hield in dat Europeanen specifieke havens en kuststeden beheersten en vanuit hier gunstige handelsvoorwaarden met geweld afdwongen op de bevolking en andere Europese kapers op de kust met geweld op een afstand hield. Met het binnenlandse leven hadden de imperialisten weinig te maken, omdat ze tot beheersing hiervan niet in staat waren. Vanaf 1800 ontstaat dus de kolonie, waarin ook het binnenland wordt onderworpen en echt het dagelijkse bestuur wordt overgenomen. Kolonialisme heeft dus ongeveer 150 tot 200 jaar bestaan. In haar boek maakt Wekker wel correct gebruik van de historische termen, dus ze zal wel een goede redacteur hebben gehad.
Wekker beweert dat alles, maar dan echt alles, wat over nationale identiteit wordt gedacht, bepaalt is door dat koloniale rijk van een jaar of 200. Dus calvinisme, poldercultuur, de Tweede Wereldoorlog, de positie van een klein land in Europa, het koningshuis, Rembrandt, Multatuli, klompen, taal, doet het allemaal niet ter zake op het gebied van nationale identiteit. Het staat er echt.
VN: ‘Eerst even over het verleden. U zegt in uw boek: het best bewaarde geheim in Nederland is dat we een enórm imperium hebben gehad, gebaseerd op kolonialisme en slavernij. Maar daar weten we toch wel íéts van?’
‘Heb jij het op school gehad? Op Amsterdamse scholen wordt er op jaarbasis gemiddeld twaalf minuten aan besteed, dus dan weet je hoe het zit in Groningen. Kijk, het koloniale rijk is veel omvangrijker geweest dan we denken. In 2014 was ik voor het eerst in Taiwan en daar hoorde ik van een Fort Zeelandia. Ik kende Fort Zeelandia alleen uit Paramaribo, maar wat bleek: ook in Taiwan hebben de Nederlanders zo’n fort gebouwd. Ik bedoel maar: als ik niet in Taiwan was geweest, hoe was ik erachter gekomen? In 2001 ging ik in New York City naar een begraafplaats op Wall Street waar Nederlandse kolonisten liggen uit de zeventiende eeuw. Op een aparte plek liggen Afrikanen die tot slaaf zijn gemaakt, met Nederlandse namen, Gerrit van Jan de Reus en zo. Ik vond het shocking om dit te ontdekken. Het is toch godgeklaagd dat dit geen algemene kennis is?’
Het ironische is natuurlijk dat een stad als Groningen een stuk minder van doen had met het imperialisme dan hoofdschuldige Amsterdam. Groningen was een samenklontering van wat achterlijke boeren dorpen. Koeiegeloei, zondags naar de kerk en hard werken, dat was het dagelijks leven wel in Groningen.
En dat twaalf minuten op scholen te weinig is, hoeveel is dan wel genoeg? Is het echt heel belangrijk alle plaatsen te kennen waar Nederland forten heeft gebouwd? En hoe belangrijk is dat koloniaal verleden geweest voor Nederland? Voor de welvaart in de Gouden Eeuw is de Oostzeehandel veruit het belangrijkst geweest, niet zoals velen denken de handel van de VOC of WIC. De koloniën hebben grotendeels alleen maar geld gekost. Verder is de hele geschiedenis een aaneenschakeling van misère. Oorlog, ziekte en machtsmisbruik. Welke hiërarchie moet in menselijk lijden worden aangebracht? Weet Wekker bijvoorbeeld hoe de arbeidsomstandigheden waren van de boeren en lijfeigenen in Letland die al dat graan voor de Republiek produceerden? Hoeveel oorlog en verwoesting is aangericht om een gunstige handelspositie te verwerven in de Oostzee? De geschiedenis brengt nu eenmaal een oneindig aantal onbestrafte misdadigers voort. (en in Suriname kunnen ze doodleuk tot president worden verkozen) Doet dat ter zake voor het grotere geheel?
Ten slotte mocht Nederland willen dat ze een enorm imperium had. Frankrijk Engeland, Spanje en Portugal hadden enorme imperia, daar staken de bezittingen van Nederland karig bij af.
VN: ‘U schrijft dat het koloniale denken bij Nederlanders heeft geleid tot superioriteitsdenken, narcisme en grootheidswaan.’
GW: ‘Ja, de gedachte was: deze situatie is voor iedereen het beste, want kijk eens hoe wij ons allemaal ontwikkelen. En die geestesgesteldheid is nooit open en bloot op tafel gelegd en bevraagd. Toen Indonesië onafhankelijk werd, hebben we nooit gezegd: jeminee, wat betekent dat? Er was groot ongeloof dat Indonesië niet meer bij ons wilde horen en dat gevoel is nooit nationaal verwerkt. Dat bleek wel uit de commotie rond Poncke Princen, een Nederlandse militair die zich aansloot bij de vrijheidsstrijders in Indonesië. Toen hij in de jaren negentig nog één keer naar Nederland wilde, werd dat een enorme heisa.’
Nederland heeft de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog verloren. De soldaten die de verloren oorlog hebben uitgevochten, hebben drie jaar van hun leven in de waagschaal gelegd, terwijl ze net de Tweede Wereldoorlog overleefd hadden. Ze hebben voor het verkeerde gevochten, zonder het vooraf gewenste resultaat. Zij voelden zich verraden door de Nederlandse overheid, trauma alom natuurlijk, van je twintigste tot je dertigste niks dan oorlog, je moet er maar zin in hebben. Vijftig jaar later wil iemand terugkomen die door de overheid destijds werd bestempeld als verrader. Dat daar wat oud zeer heeft gezeten is niet verwonderlijk. Overigens is Poncke Prinsen gewoon toegelaten en heeft justitie een aanklacht tegen hem niet in behandeling genomen. Enorme heisa!
En dan het superioriteitsdenken, grootheidswaan en narcisme. Het is toch wel bijzonder interessant om te weten wat de betekenis van deze woorden zijn volgens Wekker. Er zijn weinig landen te bedenken waar zelfrelativering, kritiek en spot zich zo op zichzelf richt als in Nederland. De regeringsleider fietst naar zijn werk, tot zover de grootheidswaan en superioriteit. En narcisme, waaruit zou dat dan wel blijken? Dat elke gek in dit land Engels kan, alle grote culturele producten uit het buitenland komen, dat het gros van het geld in het buitenland wordt verdiend? Gloria zou eens naar een narcistisch land kunnen gaan, zoals Turkije, China of Noord Korea, maar daar zijn helaas gaan witte mensen aan de macht.
VN: ‘Iets anders: er zijn meer volkeren dan de Europese die aan slavenhandel hebben gedaan. Moet daar ook niet eens aandacht voor komen?’
GW: ‘De Europese slavenhandel was veel grootschaliger dan alle andere soorten slavenhandel ooit zijn geweest, maar ik ben er niet blind voor. Mensen uit Sub-Sahara Afrika hebben onze voorouders verkocht. In 2000 ben ik in Congo geweest en ik werd daar uit elkaar gescheurd door tegenstrijdige gevoelens. De slavenhandel, waaraan ze in Congo hebben meegewerkt, was niet goed te bespreken, dus ook daar zitten allerlei blinde vlekken. Ik vind zeker dat het moet worden uitgezocht, maar ja, daar gaat mijn boek niet over.’
Binnenkort in de betere boekhandel; Black innocence door de Misantroop. En die grootschaligheid heeft voor een groot deel met de tijdsperiode te maken. In 1700 leefden er nu eenmaal meer mensen en waren de middelen veel toereikender dan in 100. Mensen in Afrika, Azië en Europa hadden allemaal even slechte intenties, alleen was de een beter in staat dit naar de praktijk te vertalen dan de ander.
VN: ‘Ik vraag me af hoe dit mechanisme doorwerkt in individuen. We weten nauwelijks iets over ons verleden, zegt u, en tóch voelen we ons superieur of zijn we racistisch.’
GW: ‘Als individu krijg je nog steeds de houding mee die ons is overgeleverd uit de koloniale tijd, toen we moesten rechtvaardigen waarom we andere mensen aan ons onderwierpen en we ze dus zogenaamd vooruithielpen. De boodschap komt uit alle hoeken en gaten, via de televisie, in wat we lezen, direct en indirect, en die luidt: ik ben wit, dus ik ben superieur.’
Dat Mein Kampf tegenwoordig op de verplichte leeslijst verrast de Misantroop. Dat op televisie ook al de directe boodschap wordt gepropageerd; wij zijn wit, dus superieur, is sinds sterren springen op het ijs een nieuw hoogtepunt van de canon van de Nederlandse televisie. Overigens durft de Misantroop de stelling best aan dat de onderwerping, hoe moreel verkeerd ook, op de lange termijn gekleurde mensen vooruit heeft geholpen op het gebied van welvaart en welzijn.
En het moet gezegd, op elke staathoek struikel je wel over een pakket pamfletten waarop staat: wit is superieur. In Amsterdam worden racistische lezingen gehouden door middel van enigma code. Zo lijkt de lezing in kwestie heel progressief, maar ondertussen wordt door de onbewust cultureel gearchiveerde enigma ontvanger tussen de oren vertaald; wit is superieur.
GW: ‘Maar in het geval van racisme mogen witten zonder enige kennis van zaken beweren: ík weet hoe het zit. Laatst op een bijeenkomst komt een jongen uit Volendam mij vertellen: “Ik heb nog nooit iets van racisme gemerkt.” Dat is ongehoord, vind ik. Ik heb hem tot de orde geroepen.’
Wekker is een medium, ze kan de gedachten lezen. De beste jongen uit Volendam heeft namelijk wel degelijk iets gemerkt van racisme. Dat zal dan wel onbewust gebeurd zijn.
VN: ‘Wat heeft u gezegd?’
GW: ‘Ik kende hem niet, dus ik zei: “Jongen, met dat gestreepte hemd, ik vind het tamelijk ongehoord dat jij mij zit te vertellen dat er geen racisme bestaat. Op welke gegevens baseer jij je oordeel?” Toen mompelde hij wat. Anderen vonden na afloop dat ik hem te hard had aangepakt, maar daar heb ik niet zo’n last van. Het is misschien de eerste keer in zijn leven dat hij op dit punt eens weerwoord krijgt.
Het is wat je voortdurend hoort: ik heb er recht op deze mening te ventileren, op wat voor flinterdun materiaal die dan ook is gebaseerd. Ik ben er zeer gevoelig voor. Ik wil het niet horen. Als je ergens de ballen verstand van hebt, hou dan je mond.’
Mevrouw met dat rastahaar en kralenketting, ik vind het vrij ongehoord dat je een arme Volendamse jongen woorden in de mond legt. Daarnaast is het nu eenmaal een liefhebberij van Nederlanders dat ze zich met de geringste kennis overal tegenaan bemoeien. Als alleen de mensen met verstand van zaken aan het woord zou laten, kan de politiek worden opgedoekt en mogen antropologische kralenvrouwtjes geen historische onjuistheden verkondigen in domme boekjes. Wat een goed idee!
Hoe ironisch is deze uitspraak als ze even daarvoor nog zei dat historisch onderwijs niet zou deugen. Lieve mevrouw Wekker, laat de mensen met verstand van didactiek en geschiedenis nou maar bepalen welk historisch onderwijs gegeven dient te worden. Als je ergens de ballen verstand van hebt, hou dan je mond.
VN: ‘Waarom denkt u dat mensen soms zó ontzettend boos worden als je het racisme in Nederland benoemt?’
GW: ‘Ik denk dat ze diep in hun hart wel weten dat de witte onschuld niet bestaat. Wat op het spel staat, is dat gekoesterde, zelfflatterende beeld. Dát wordt bevraagd, in twijfel getrokken en dat roept woede op.’
Meta met een hoofdletter M. Dus er is een onbewust cultureel archief dat het zelfbeeld beheerst, dat invloed heeft op gevoel en denken, maar daarachter is dan weer een laag waarin mensen in hun hart weten dat het culturele archief waarop ze handelen verkeerd is. En daarom worden ze boos. Deze mevrouw is een geniaal psychoanalyticus. Lekker vrij associëren, en dat dan wetenschap noemen.
VN: ‘In haar stroomt zo’n beetje de hele Surinaamse geschiedenis: van moederskant heeft ze Indiaans, Afrikaans en Chinees bloed, van vaderskant had ze dus die Joods-Duitse grootmoeder die trouwde met een Afrikaans-Surinaamse man.’
Aah, daar is dan eindelijk het blud und boden racisme. Dus geschiedenis wordt door middel van genen overgedragen in het bloed, dat is nog het onversneden racisme zoals het niet meer vaak te horen is op straat.
VN: ‘Is de verbazing over een afwijkend uiterlijk ook niet een beetje van alle tijden en culturen? In Indonesië maakte ik mee dat kinderen de blonde haartjes op mijn arm bijzonder vonden.’
‘Dat speelt zeker mee, maar de vraag is: kunnen die Indonesische kinderen die groep waar ze met verbazing naar kijken kwaad doen? Wat voor positie hebben ze? In Nederland is sprake van asymmetrie. In alle hogere regionen van alle instituties zitten hoofdzakelijk witte mensen.’
In Nederland wonen voornamelijk witte mensen, of er disproportioneel veel witte mensen hogere functies hebben is een interessante vraag, maar wel afhankelijk van veel factoren. Vermoedelijk zijn mensen al oververtegenwoordigd op de universiteit. En daarvoor op het VWO, eigenlijk begint de kloof te ontstaan zodra de basisschool is afgelopen. Hoe deze kloof ontstaat, daarover kunnen zeer geleerde mensen met verstand van zaken uitspraken over doen. Feit is dat wie de capaciteiten heeft in principe de mogelijkheden heeft in Nederland de goede antwoorden op de CITO toets in te vullen. Dat de kansen daarop verschillen is juist, maar kansengelijkheid bestaat niet. Niet iedereen is nu eenmaal even slim, toegewijd of welvarend. Sommige mensen kunnen in een stukje van 4000 woorden meer verstandige dingen zeggen dan hoogleraren in dertig jaar werkzaamheden. Erg vervelend. In welke mate kansenongelijkheid moet worden gecompenseerd, daarover kan worden gediscussieerd. Maar ergens houden de kansen op en begint de individuele verantwoordelijkheid. Wat in elk geval niet werkt voor kinderen in een achterstandspositie is het opdreunen van de landen waar Nederland in 1645 forten heeft gebouwd in plaats van leren optellen en vermenigvuldigen.
Discriminatie zal nooit geheel uit te bannen zijn. In Nederland wordt elke Nederlander voor de wet gelijk behandeld, maar van de wet kan een mens niet eten. Daardoor is hij overgeleverd aan de grillen van anderen, of kiest hij zijn eigen weg. In de economische keuzes die mensen maken is voorspelbaarheid de overheersende factor. Risicobeperking, dat wat al bekend is, dat wat dichtbij ligt, zijn daardoor de uitkomsten van de keuzes die worden gemaakt. Wie een baan krijgt, wie aangehouden wordt, elke dag worden miljoenen keuzes gemaakt. Welke motivaties hieraan ten grondslag liggen, is nooit met zekerheid te zeggen.
Het is een dieptreurige conclusie; hoe wanstaltig en krankzinnig de mensen ook mogen zijn, uiteindelijk zijn ze voor het voortbestaan noodzakelijk. De een verkoopt wapens, de bakker verkoopt brood en Gloria Wekker verkoopt onzin. En uiteindelijk, ondanks alle idiote ideeën ter wereld, het individu wordt door de jaren heen steeds beter beschermd. Slavernij is afgeschaft, evenals koloniën. En wat gebeurde er toen de witmannen het bestuur van Indonesië en Suriname op gaven? Toen waren er nog genoeg slechte Surinamers en Indo’s over om het kwaad uit te oefenen. En ondanks al het kwaad dat die witmannen hadden aangericht, ondanks de vrijheid die was verworven, de ideeën van de witmannen waren er nog al te populair.. Was het niet de dictatuur van het proletariaat, waarmee nog maar eens nodeloos miljoenen over de kling werden gejaagd, dan was het wel de vrije dictatuur van de productie. En door de jaren heen ontstond een wereld waarin iemand als Gloria Wekker, ondanks haar weinig productieve leven, veel hogere welvaart geniet dan de schofterigste slavendrijver van 200 jaar geleden.
Bronnen
Emeritus hoogleraar Gloria Wekker: ‘Witte onschuld bestaat niet’
Gloria wekker, White Innocence. Paradoxes of Colonialism and Race, 2016.
Goed stuk, bedankt.