De Misantroop kan worden gediagnosticeerd met vele geestelijke aandoeningen. Monomanie is daar een van. Een positief oordeel van zijn kant is glad ijs. Het is veilig te stellen dat de Misantroop het beoordeelde reeds duizend keer heeft beschouwd. Wat een boer niet kent vreet hij niet. Wat rechtvaardigt dus een oordeel over Dust Lane? Niets. Hier is geen deskundigheid, geen objectiviteit aan het woord. Hier is een diepgelovige aan het woord over het enige ware geloof. Hartstocht is de Misantroop kennelijk niet vreemd. Het is dan ook tijd het hautaine masker te laten zakken. Geen geschuil achter pseudoniemen meer, geen geschrijf in derde persoons enkelvoud. Ik, schrijver van de Misantroop, vind Dust Lane het beste album ooit.
De artiest
Schrijven over muziek heeft toch iets merkwaardigs. Het is een wereld an sich, iets dat slecht met woorden is te beschrijven. Het roept een gevoel op in mensen, maar waarom, dat is met geen pen te beschrijven. Dat gevoel over te brengen, daar komt zelfs de beste overtuiger niet uit. Dikwijls heb ik mijn muziek aan verveeld publiek laten luisteren. Hoorde ik genialiteit, dan hoorden zij vooral het zoveelste nummer. ‘Wie heeft deze herrie opgezet?’ Waarna in alle ijl frisse popmuziek werd opgezet. Ik heb het altijd merkwaardig gevonden dat muziek vooral voor de kick en dynamiek geluisterd moet worden. Nee, wie geen meeslepend gevoel voor dramatiek heeft, kan beter iets anders gaan doen.
Yann Tiersen, de maker van Dust Lane, heeft last van het ‘bekend van het verkeerde’ syndroom. De Fransman, bezeten door muziek, besloot hij op vijfentwintig jarige leeftijd muzikant te worden. Hij sloot zichzelf op in een huis op Ouessant, een eiland voor de kust van Bretagne, kocht een microfoon en ging muziek maken. Zijn hele muzikale leven was al een reis op zichzelf. Klassiek geschoold, maar op twaalfjarige leeftijd brak hij zijn viool door midden en ging in punkbands spelen. Op Ouessant, besloot hij weer terug te gaan tot minimalisme. Zijn eerste albums worden gekenmerkt door het kleine charmante, als dat is wat je wil horen. Wie beter luistert zal echter opmerken dat zijn muziek altijd in ontwikkeling is, er altijd weer nieuwe lagen tevoorschijn komen. Zes jaar later werden bepaalde nummers van de eerste albums gebruikt als soundtrack voor de film Amelie. De film werd een succes en daarmee de muziek ook. De artiest daarentegen was echter zes jaar verder. Succes inderdaad, maar wel publiek dat die charmante Amelie muziekjes wil horen. Yann Tiersen had zijn muziek inmiddels wat meer richting rock en ambient gestuurd.
Het fraaie aan de muziek is dat Yann ongeveer 90% van de muziek zelf speelt. Daarmee beperkt hij zichzelf, maar juist daaruit volgen inventieve vondsten. Achtergrond geluid, een typemachine in plaats van drums, pratend zingen, het wordt allemaal verweven tot een complex geheel. Het is zijn versie van muziek, die uniek is, die hem het luisteren waard maakt.
Dust Lane
Allereerst de album hoes. Een verlaten auto midden in een herfstig bos. Dit is een aankondiging. Donkerte, doodsangst, en schoonheid zijn de tonen van dit album. Begonnen word met twee ogenschijnlijke niemendalletjes, waarin de stijl van Dust Lane wordt geïntroduceerd. Rustige gitaren worden begeleid door fluiten terwijl de elektrische manipulatie van geluid zijn aanwezigheid kenbaar maakt. Willekeurige woorden worden gefluisterd. Het geheel wordt voortgezet in balletachtige stijl. Een koor zingt meerstemmig herhalende tekst. Maar ondanks het rustige begin is er van alles te horen.
Het volgende nummer, Dust Lane, verdiept de stijl al meer. Wederom gitaren met op de achtergrond wat lijkt op de golven van de zee. Een stem die willekeurige woorden zegt. Een mysterieuze sfeer zet de toon, waarna zeurderige gemanipuleerde tonen, onder begeleiding van piano, een avant garde stuk inzetten dat resulteert in chaos. De chaos loopt vervolgens over in wederom een lichter deel. ‘were the boys and girls, of the new world trade union. We just wanna buy something, we just wanna lose control, on our thought on our thoughts’ zingt een koor.
Dan begint de kern van het album met Dark stuff. Melodicas spelen een melodie in kathedralen van eeuwigheid. Glas wordt kapot gegooid. Woedende, driftige tonen. Weer een mysterieuze stem die zinnen uitspreekt. ‘are you coming tonight?’ Weer gemanipuleerde tonen die weidsheid suggereren. Dan zet een piano de melodie in, terwijl de weidsheid wegtrekt. De piano wordt steeds meer vergezeld van andere instrumenten, waarna weer chaos uitbreekt. Stemmen gillen. Als de violen spelen een muur van geluid doch het blijft ordelijk. De violen sluiten eenzaam.
Palestine brengt wat lichtvoetigheid. Een stem spelt het hele nummer lang telkens het woord Palestine uit. Hier meer rock, een duidelijkere eenvoud. Het is energiek, optimistisch. Ook hier staat de ontwikkeling weer centraal terwijl de tekst eenvoudig blijft. Aan het einde beginnen de letters door elkaar heen te geraken, evenals de geluiden, en nemen de elektronische geluiden en manipulatie het over. Chapter 19 is donker. De tekst van hoofdstuk 19 van Henry Miller’s roman sexus wordt voorgelezen. De tekst bepaald het rustigere ritme. Kleine geluidjes versterken de tekst en andersom. De ingenieusiteit van de muziek is hier het beste te horen. Wederom is er opbouw naar grandioze ontlading. ‘there is exactly nothing’ eindigt de tekst. Na de stilte volgt een stuk muziek zonder manipulatie.
Dit wordt meteen gevolgd door de horror achtige piano tonen van Ashes, die het hele nummer te horen zullen blijven. Snel verweeft een lichte piano melodie zich er door heen, maar dit wordt geheel tragisch door de donkere tonen. Dit zijn de mokerslagen van verlies, de dood, hoe je het maar wil noemen. De lichtere tonen volgen in het kielzog van de mokerslagen. Stilte, waarna lichte gitaarmuziek de melodie voortzet, maar de mokerslagen volgen op de achtergrond. Deze bouwen op naar de totale apotheose, het loslaten. Over the top dramatiek, maar op zijn plaats.
We’re following a road of pain.
We’re all running away to death.
Please, come back and hold me tight.
Let’s burn and burn again.
All in all, we will be ashes.
Floating in the winds.
Till the end, vogel gekwetter op de achtergrond, een stem zingt kerkelijke liederen. Manipulatie van het geluid schept diepte. Het geheel wordt verstoord door een kras geluid. Dit is het gemanipuleerde geluid van een stoel op een houten vloer en is het thema van dit nummer. Gitaarmuziek zet een prachtige atmosfeer neer, het mooiste ooit, goddelijk. Wederom een koor, dat zingt ‘we will be there till the end’ langzaam ontaard het in kabaal, dat de schoonheid overstemt. Als de stilte daar is, volgt nog een instrumentele traktatie. Aanzwellende piano’s en violen voor een laatste ontlading. Tot slot, om het geheel af te sluiten volgt het nummer ‘Fuck me’, een grapje om het zware af te sluiten, en uiteindelijk een liefdes liedje. Ook dit ontaard in chaos, waarna het boek uit is.
Het eindpunt
Een absoluut meesterwerk. En, zoals bij alle meesterwerken, heeft het iets tragisch. De kunstenaar heeft iets gecreëerd, maar op het eind is het niet meer van hem. Het is groter geworden dan de kunstenaar, een hoogtepunt dat al het overige werk overbodig maakt. Alles dat nog gepresteerd zal worden zal afgemeten worden aan dat ene meesterwerk. Een vloek, die nooit zal weggaan.
De kracht van Dust Lane schuilt in de veelzijdigheid, het vakmanschap, het dramatische. Alles klopt aan dit album, elk nummer is het logische gevolg van het ander, elke toon hoort daar te zijn waar hij is. Het is de sublieme schoonheid. Ga het vooral luisteren.