Duitsland is tijdens haar prille bestaan de oorzaak geweest van een aantal merkwaardige bondgenootschappen. De Duitse pogingen haar door god voorziene leidersrol in Europa op te eisen, heeft een bont allegaartje van heidense gelegenheidscoalities op de been gebracht die zich tegen gods onvermijdelijkheid verzette. Is het bijvoorbeeld niet ironisch dat het superkapitalisme van de VS een bondgenootschap sloot met de verspreiders van de marxistische Sovjet-Unie? De marxisten hadden even daarvoor samen met Duitsland Polen in tweeën verdeeld. De garantie van de westelijke geallieerden dat de onafhankelijkheid van Polen gewaarborgd moest blijven was de aanleidingen om het de oorlog tegen Duitsland te beginnen. Nadat de geallieerden de oorlog wonnen, werd Polen niet onafhankelijk, zoals de aanleiding van de oorlog deed vermoeden. Neen, Polen werd opgeslokt in een Russische invloedssfeer en kon pas 45 jaar later weer onafhankelijk intens conservatief en benepen zijn; voor die verworvenheid zijn miljoenen slachtoffers gevallen.
Van de Tweede Wereldoorlog is het nog maar een kleine stap naar de band tussen mensen en huisdieren. Net zo merkwaardig als het broederschap tussen de VS en de Sovjet-Unie is het verbond tussen de mensheid en het poezenbeest, of althans een deel van de mensheid. Het is slechts een kleine internationale verstedelijkte invloedrijke kliek die op vriendschappelijke wijze omgaat met deze sluipmoordenaars. De minder ontaarde mens heeft een gezonde afkeer van deze slijmballen en zou het liefst op voet van oorlog leven met de bedriegers van de mensheid, maar dat wordt onmogelijk gemaakt door kattenaanbidders.
Het enige natuurlijke en eerlijke bondgenootschap is die tussen mens en hond. De vanzelfsprekende symbiose tussen mens en hond was een logische afweging tussen dezelfde belangen, dezelfde sociale hiërarchische structuur, dezelfde trouwe en goede inborst, dezelfde manier van denken en doen die een meer dan vriendschappelijke basis gaf. De hond is een hoeder, een beschermer, de mens denker, leider. Honden kunnen op een boodschap worden gestuurd. Het eerste zoogdier dat door de Sovjets de ruimte in werd gestuurd was een hond. Een tiental jaar later stuurde de Fransen een kat, dat kunnen alleen Fransen bedenken. Hoe het met de huidige stand van het Franse ruimtevaartprogramma is gesteld laat zich raden.
Dat de kat zich in het gezelschap van bepaalde personen is gaan voegen had een duidelijk opportunistisch doel; lekker uit de ruif vreten. De kat zag de verhoudingen in de wereld verschuiven, en koos eieren voor haar luiheid, een verstandshuwelijk. Waar de hond zich al enkele duizenden jaren kwijt aan taken die de mens van dienst zijn, zoals waken, schapen drijven of bepaalde bevolkingsgroepen die zich achter boekenkasten verschuilen opsporen, is de kat vooral lui en vervelend, want er is dan ook werkelijk weinig dat een kat überhaupt kán. De enige “kwaliteit” waarover de kat beschikt, is achterbakse manipulatie, en daarvoor leent de mens zich weer uitstekend. Honden zijn gelukkig niet al te snugger en dat zie je er aan af, maar die gluiperds doen zich veel dommer voor dan ze in werkelijkheid zijn. Achter de schermen hebben ze een syndicaat(er) gesmeed en een verbond met de duivel gesloten, daar lusten de honden geen brood van.
Het is geen toeval dat al decennialang een eindeloze stroom propaganda op gang is gekomen die geen ander doel heeft dan de kattendictatuur. Schrijvers en denkers zoals Campert, Hermans en Dekkers, die normaal gesproken in hun schrijven voor rede vatbaar zijn, hebben boeken en kranten volgeschreven met de meest opzichtige hagiografieën. In een cynische poging de mens te vervreemden van de natuur moet de kat worden gepromoot en de hond naar beneden gehaald. Het is een intrinsieke haat tegen de natuur die kat en zure invloedrijke propagandisten tot elkaar wist aan te trekken. Katten en haar menselijke handlangers haten zwemmen, neuken en buiten zijn. De kat zal slechts naar buiten gaan om samen te zweren, het kattenluikje is een handige manier om als het haar blieft op kousenvoeten naar binnen te sluipen, zonder lastige vragen. Voor troonopvolging van koning kat is nageslacht noodzakelijk, dus bij hoge uitzondering zal er tegen wil en dank ook geneukt moeten worden. Van harte zal het niet gaan, snauwerig en met gezwinde spoed. Als de buit binnen is moet het mannetje maken dat hij wegkomt, de man is in de katerwereld gereduceerd tot zaadverschaffer.
Ten slotte vinden honden en mensen elkaar in de liefde voor zwemmen. Er is niets zo voortreffelijk als naakt in het koele water te gaan, te spelen met de golven en te wroeten in het zand. De kat zal dit allemaal vanaf een afstandje met walging bekijken. Lichaamshater kat wil de hele wereld als een grote stad zodat de kat lekker in een huis kan blijven liggen wachten tot het overijverige personeel thuis komt van een dag noeste arbeid. In huizen waar katten heersen is de sfeer kil en doods, de menselijke residuen die de huur betalen van het kattenpaleis zijn slaafs, doodmoe en eenzaam. Wie de deur opentrekt wordt getrakteerd op de geur van kots, pis en poep, de behoefte van koningin kat wordt gedaan in de kattenbak of in het gebied buiten de kattenbak, het hele huis is een openbaar toilet. Al snel worden de bevelen door hare majesteit toegesnauwd. “Vreten.” “Deur open, dikkop.” “Verdwijn.” Van vrolijkheid, onderdanigheid of liefde, die een hond in al zijn gulheid in overvloed schenkt, heeft een kat nog nooit gehoord. Het personeel houdt de moed erin door zichzelf wijs te maken dat voor de liefde van de kat offers gebracht moet worden. De hond, zo stellen deze gijzelaars, is áltijd vrolijk, vindt alles goed. Oprechte onvoorwaardelijke liefde hebben deze arme drommels allang niet meer gezien. Dit zijn de lieden die er met hun stockholmsyndroom ervoor zorgen dat huiselijk geweld en katten nog altijd bestaan.
Maar het huis is voor de kat nog lang niet genoeg, de kat denkt groter, wil meer. De hond moet en zal worden uitgeroeid, de mens gekneveld. Er zijn genoeg nuttige idioten die zich lenen om haar invloedssfeer steeds verder uit te breiden. Op internet zal porno worden verdrongen door kattenfilmpjes, geen leuke dames die hun reet op de gram in de uitverkoop gooien, maar de kwaadaardige kop van de poes. Leuke vogeltjes in tuinen, dood. Alles wat het leven leuk maakt: verboden. Maar goed, misschien verdient de mens dat ook wel gewoon, er is toch niks te verliezen. Daar doen jullie het toch eigenlijk allemaal voor: de kat zijn kut.
p.s. De oplettende lezer zal ongetwijfeld de overeenkomst tussen katten en een bepaalde mensengroep die een bepaalde denkstroming aanhangt zijn opgevallen. Manipulatief, lui, niet houden van neuken, bevelen toesnauwen: feministen zal de Misantroop in een ander stuk behandelen.